In de eerste vier weken moeten melkzuurbacteriën de tijd krijgen de kuil zuur te maken. In een zure kuil krijgen gisten, schimmels, boterzuurbacteriën geen kans zich te ontwikkelen. Een goede stabiele kuil heeft een pH tussen de 4,0 en 4,2.
Bij opening van de kuil worden gisten en schimmels direct actief en kunnen ze broei in de maiskuil veroorzaken. Hierdoor kan 12% van de energie (100 VEM in 5 dagen) in de maiskuil verloren gaan.
Om broei en schimmelvorming tegen te gaan na het uitkuilen, kan het raadzaam zijn het snijvlak te behandelen met een broeiremmer. Via BoerenBond Agro zijn goede broeiremmers verkrijgbaar. Ook het voorkomen van losse delen tijdens het uitkuilen en een recht snijvlak voorkomen broei en schimmelvorming.
Heeft u vragen over het conserveren en uitkuilen van mais? Raadpleeg dan uw adviseur.