Van oorsprong is het bedrijf van de familie Rietjens een gemengd bedrijf met varkens, vleesstieren, melkkoeien en een akkerbouwtak. In 2002 werd een vleesstierenbedrijf in Deurne gekocht waar nu 3.600 oud rosés worden gehouden en broer Roger het bedrijf leidt. Rond die tijd verdwenen ook de koeien en varkens op het bedrijf in Nederweert. Ook hier worden sindsdien alleen rosékalveren gehouden. Eerst in de oude varkens-, stieren- en ligboxenstal maar sinds vorig jaar in een spiksplinternieuwe roséstal. Totaal worden er op de locatie in Nederweert 1.700 dieren gehouden. Maurice is verantwoordelijk voor dit bedrijf en samen met Roger heeft hij een gemeenschappelijk commanditaire vennoot (cv).
De nieuwe stal is uniek in zijn soort. Er wordt gewerkt met een indirecte luchtinlaat. Bij blankvleeskalveren en jong rosés is deze manier van huisvesten wel bekend, maar waarschijnlijk is de stal in Nederweert de enige in Nederland waar met directe luchtinlaat wordt gewerkt bij oud rosés. Maurice wil niets anders meer. De gezondheid van de dieren is beter (“dat kuchen doen ze niet meer”) en dus is ook de groei beter dan voorheen.
Als de verse buitenlucht in de centrale gang komt, moet deze eerst door lamellen heen. Vervolgens komt de lucht tegen een hek aan waar het overheen moet. Dit hek is een kleine noodgreep omdat de lamellen slechts 12 centimeter diep zijn. Dit had 24 centimeter moeten zijn. Nu kan de lucht toch nog schuin de centrale gang in gedrukt worden. Het geïmproviseerde hek biedt hiervoor een oplossing.
Eenmaal in de centrale gang heerst er een onderdruk van 4 Pascal. Dit staat gelijk aan een snelheid van 2 meter per seconde; de ideale snelheid van de lucht om over het voerpad de afdelingen in te gaan. Aan het einde van het voerpad stroomt de lucht nog maar met 0,2 meter per seconde. Het ventilatiedebiet in de afdeling is afgestemd op het diergewicht en volgt een groeicurve. Aan de hand van de CO2-waarde in de afdeling wordt de temperatuur van de afdeling omhoog of omlaag bijgesteld.
Dit corrigeren van het stalklimaat vindt plaats bij een CO2-niveau boven de 1.900 ppm. Komt de concentratie hierboven, dan gaan de ventilatoren harder draaien. Maurice heeft vijf jaar geleden een start gemaakt met deze manier van ventileren en het bevalt hem goed: “De longgezondheid gaat er op vooruit. Ik haal betere slachtresultaten en de voeropname blijft op een hoger niveau.” In elke afdeling wordt op één punt het CO2-niveau gemeten. Dit gebeurt achter in een hok op 50 centimeter boven het rooster. Om de sensor te beschermen is deze in een gele buis bevestigd die onder en boven open is.
Het gehele stalklimaat wordt aangestuurd door een klimaatcomputer van Stienen. Deze is handmatig te bedienen op de diverse bedieningspanelen maar kan ook op afstand bediend worden met de mobiele telefoon. Maurice toont een scherm op zijn mobiel waarop een bedieningspaneel te zien is dat identiek is aan de kastjes die aan de muur hangen. “Het werkt supereenvoudig.” Alle klimaatdata is via de koppeling FarmConnect inzichtelijk. Vleesveespecialist Johan Verstegen van Voergroep Zuid ziet dit als een groot voordeel. “Er komt veel data beschikbaar. Je kunt dus heel goede analyses maken en hoeft niet af te gaan op je onderbuikgevoel. Dat is een groot voordeel. Nu kun je het stalklimaat echt optimaliseren op basis van cijfers en kennis.”
Ook zijn er op het bedrijf verschillende veiligheidsaspecten meegenomen. Zo gaan alle rolluiken automatisch open als een ventilator in een afdeling uitvalt. Het voorkomt nare gevolgen. Ook zit alle elektronische apparatuur in een brandveilige technische ruimte. Deze ruimte is tevens voorzien van brandmelders. Bovendien kan Maurice een watergordijn creëren tussen twee stallen mocht er in één van die stallen brand uitbreken. Deze betreffende stallen staan slechts 5 meter uit elkaar. De verzekering vereiste deze extra maatregel.
In de zijgevels van de stallen zijn ramen geplaatst van melkwit glas. Hiermee wordt voorkomen dat door instraling van de zon de temperatuur in de stal te veel oploopt. De oppervlakte van de ramen in de zijwanden staat gelijk aan 4 procent van het vloeroppervlak, wat veel daglicht geeft. De LED-verlichting in de stal gaat aan en uit op de schemerschakelaar. Om elf uur ’s avonds gaan alle lampen uit. Dan heerst er absolute rust. In de winter gaan de lampen ’s ochtends om zes uur weer aan.
Om de uitstoot van ammoniak en geur te beperken, is op de stal een biologische luchtwasser geplaatst van FarmAir. Er is gekozen voor biologisch vanwege de betere geurreductie. Ventilatoren vóór de luchtwasser zorgen voor onderdruk in het luchtkanaal. Doormiddel van de AQC-meetwaaier en regelkleppen kan nauwkeurig per afdeling de hoeveelheid te ventileren lucht geregeld worden. De aerodynamische eigenschapen van de meetwaaiers zorgen er voor dat de draaiende delen tegen stof en vuil beschermd worden waardoor de apparatuur langer meegaat.