Recent heeft RVO aangegeven dat bij snijmaispercelen waar de onderzaai mislukt is, ook in oktober opnieuw met een vanggewas ingezaaid mogen worden. Hierdoor is het mogelijk om de snijmais, waarbij de onderzaai is mislukt, toch na 1 oktober te oogsten. Het is niet verplicht om dit vanggewas als hoofdteelt te laten staan.
Eén van de mogelijkheden om aan de verplichting voor het zaaien van een vanggewas na mais te voldoen is het vóór 1 oktober inzaaien van een aangewezen gewas. Dit gewas mag vanaf 1 februari worden vernietigd. Aan de verplichting kan worden voldaan middels onderzaai. Alleen inzaaien is niet genoeg, het gewas moet ook voldoende ontwikkelen.
Onderzaai in snijmais is in veel situaties mislukt, door onder andere de droogte. Wanneer de onderzaai is mislukt, is het verplicht één van de andere opties te kiezen.
Deze opties zijn: of vóór 1 oktober oogsten en uiterlijk 1 oktober een vanggewas inzaaien of in oktober oogsten en uiterlijk 31 oktober een wintergraan inzaaien. Na gangbare snijmais moet deze volgend jaar als hoofdteelt worden geoogst.
Door de extreme weeromstandigheden in 2019 heeft RVO op haar website een versoepeling aangekondigd. Op percelen waarop onderzaai is toegepast (en niet is gelukt) is het toegestaan om ook na 1 oktober een vanggewas te zaaien, die ook vanaf 1 februari vernietigd mag worden.
Voorwaarden:
Voor een vanggewas dat na een mislukte onderzaai wordt gezaaid geldt uiteraard dat alleen zaaien niet voldoende is. Ook de ontwikkeling is belangrijk. Het gebruik van voldoende zaaizaad en zoveel mogelijk zaaien onder de juiste omstandigheden is daarom van belang.
De verwachting is dat deze aanpassing alleen een versoepeling betreft bij controle en handhaving in 2019. Daarom is het belangrijk als maisteler, bij het gebruik maken van de versoepeling, dat aan de ‘kaders’ moet worden voldaan.
Voor meer vragen kunt u contact opnemen met onze speciliast
Johan Absil: 06 – 51 50 59 32