Tenenpikken begint meestal met het pikken aan de eigen tenen. Zodra er bloeding ontstaan beginnen ook stalgenoten op de bebloede plekken te pikken. Het lijkt erop dat het in veel situaties begint met het schilferig en rafelig worden van de huidschubben aan de tenen. De geïrriteerde plekken veroorzaken naar verwachting irritatie, waardoor hennen eraan beginnen te pikken. Mogelijke oorzaak van het schilferig worden van de huid is een suboptimale samenstelling van de vetzuren in de huid, wat waarschijnlijk veroorzaakt wordt door een ‘afwijkend’ vetmetabolisme.
Bij het snel op gang komen van de eiproductie wordt veel gevraagd van het vetmetabolisme van de hen. Waar vet eerst enkel gebruikt werd voor groei en onderhoud, is vet nu ook belangrijk voor de vorming van de eidooier. Verloopt deze transitie niet optimaal, dan schiet de energie- en vetvoorziening van weefsels, organen en ledematen tekort. Deze situatie kan zich voordoen bij het op gang komen van de leg, maar ook gedurende de legperiode bij koppels met een hoge eiproductie en/of een (te) lage voeropname. Genetische selectie heeft er waarschijnlijk aan bijgedragen dat ‘moderne’ hennen de beschikbare nutriënten op de eerste plaats toebedelen aan productie, en daarna pas aan onderhoud.
Het vergelijken van de genexpressie tussen witte en bruine hennen laat zien dat ze hun vetmetabolisme anders aansturen. Zo blijkt de expressie van de genen die verantwoordelijk zijn voor de synthese van de enzymen ‘vetzuur synthase’ en ‘stearoyl-CoA 9-desaturase’ bij bruine hennen veel hoger dan bij witte hennen (zie figuur 1). Het enzym ‘Vetzuur synthase’ zorgt ervoor dat suikers omgezet worden in palmitaat (een bouwsteen voor onverzadigde vetzuren) en het enzym ‘stearoyl-CoA 9-desaturase’ vormt uit het verzadigde palmitaat onverzadigde functionele vetzuren.
Tussen gezonde en getenenpikte witte hennen was geen verschil in het niveau van de belangrijkste vetzuren (oliezuur, linolzuur en alfalinoleenzuur) in de lever, dooier en buikvet. In buikvet werd wel een verschil gevonden in palmitoleinezuur, waarbij getenenpikte dieren een lager niveau, uitgedrukt als percentage van de totaal gemeten vetzuren, hadden dan gezonde hennen. Verder werden in de lever van getenenpikte dieren meer verzadigde vetzuren aangetroffen dan in de lever van gezonde dieren. Een deel van deze verschillen kwamen ook tot uiting in de niveau’s van deze vetzuren in de dooier. In absolute zin waren deze niveau’s niet hoog, maar het lijkt er wel op dat er bij de vorming van de functionele, onverzadigde vetzuren iets anders gaat bij de getenenpikte ten opzichte van de gezonde dieren.
Apolipoprotein A1 en B zijn twee eiwitten in het bloed van de kip die een rol spelen bij het transport en de opname van vet. In de analyse hiervan zien we grote verschillen in expressie tussen gezonde en getenenpikte witte hennen. Deze eiwitten worden onder andere in de lever gemaakt. Na afgifte in het bloed transporteren ze vetzuren naar perifere weefsels zoals de huid. De expressie van beide genen was in de lever van getenenpikte witte hennen lager dan bij gezonde witte hennen (zie figuur 2).
Deze verschillen in genexpressie suggereren dat de voorziening van energie en/of functionele vetzuren naar de huid van getenenpikte hennen verstoord is. Voor het aanmaken van vetzuren is de lever het belangrijkste orgaan, maar deze synthese vindt ook plaats in andere weefsel zoals de huid. Wanneer de huid een tekort aan vetzuren uit de lever overneemt, kan dit gevolgen hebben voor de kwaliteit van de huid. Uit een 2e analyse naar de verschillen in vetzuren in de poothuid bleek dat het niveau van verschillende vetzuren in de poothuid van getenenpikte en gezonde dieren verschilt. In de huid van getenenpikte hennen werd bijvoorbeeld minder palmitinezuur en meer palmitoleinezuur aangetroffen, dan bij de gezonde dieren. Van palmitoleinezuur is bekend dat het een antibacteriele functie vervult in de huid van mensen.
Het onderzoek heeft nieuwe inzichten opgeleverd over de mogelijke rol van vetmetabolisme bij het ontstaan van tenenpikkerij. Daarnaast geeft het ook een mogelijke verklaring voor het verschil in voorkomen van tenenpikken tussen bruine en witte leghennen. Op basis van de in het project opgedane kennis is er inmiddels een product ontwikkeld, dat door beïnvloeding van het vetmetabolisme tenenpikken moet verminderen. Dit product wordt momenteel in praktijkkoppels getest.