Sinds 2003 is er in Europees verband voor de bestrijding van scrapie en BSE bij geiten onderzoek gedaan naar erfelijke resistentie bij geiten tegen deze ziekten. Het onderzoek leidde onder andere tot de ontdekking dat geiten met de 222K variant van het prioneiwit ongevoelig zijn voor scrapie. Deze dieren kunnen benut worden om dit gunstige allel in te fokken en zo scrapie te bestrijden.
In het bijzonder de Toggenburgers hebben veel dieren met dit gunstige allel, maar ook bij de melkgeiten komen dragers van het allel voor. De houders van Toggenburgers zouden al spoedig gericht met dubbel-222K dragers kunnen gaan fokken. Bij melkgeiten is het advies om voorlopig met enkel-222K dragende dieren te fokken om daarmee de genetische samenstelling breed te houden en inteelt te voorkomen.
Volgens de huidige exportregelgeving moet voor het verkrijgen van de ‘scrapie onverdacht status’ hersenonderzoek gedaan worden op een steekproef van 1 procent van de geiten op een bedrijf. Als de genotyperingstest toegelaten zou worden in de Europese Unie (na een mogelijk positief advies van de EFSA) zijn geiten met dubbel 222K eenvoudiger te exporteren net zoals nu bij schapen met dubbel ARR het geval is.