Geitenhouders die hun dieren een maisrijk rantsoen geven, kunnen het beste kiezen voor een mais met een lager aandeel zetmeel. Bij een hoog aandeel mais en een hoog zetmeelgehalte, bestaat de kans op vervetting van geiten en het optreden van ketose wanneer geiten de vetreserves aanspreken als ze later drachtig zouden worden. Te veel pensbestendig zetmeel betekent ook een grote kans op clostridium wanneer het niet verteerde zetmeel op darmniveau beschikbaar komt. Let ook op een goede restplantverteerbaarheid.
Fusarium en bladvlekkenziekte
Wanneer er weinig mais in het rantsoen zit, is een maisras met een hoger aandeel zetmeel mogelijk. Voor elke geitenhouder geldt sowieso dat de planteigenschappen meegenomen dienen te worden. Rassen die minder gevoelig zijn voor bladvlekkenziekte en fusarium hebben de voorkeur.