Voorkomen van besmettingen kan met het hanteren van een gesloten bedrijfsvoering, aangevoerde dieren in quarantaine zetten en de hygiëneregels in acht te nemen. Dat geldt ook voor externen die het bedrijf bezoeken, geef ze bedrijfskleding en -laarzen aan.
Om zeker te zijn of de besmetting wel of niet voorkomt raadt LTO aan de dierenarts een klinische inspectie uit te laten voeren. Zorg bij het nemen van een steekproef dat vooral oudere dieren worden getapt, verdeeld over de verschillende potten. Bij twijfel, tap dan wat vaker of juist de aangevoerde dieren.
Stalrenovatie
Ook het verwijderen van houten onderdelen bij stalrenovatie en deze te vervangen door gladde materialen in de stal zoals ijzer en kunststof, helpt. Dit is makkelijk te reinigen zodat de bacterie niet lang kan overleven. De LTO-vakgroep geitenhouderij neemt het initiatief om de besmette bedrijven met elkaar te vergelijken om te zien of de besmettingsroute duidelijk wordt. Daarbij wordt externe deskundigheid ingeschakeld.