Uierontsteking wordt meestal veroorzaakt door bacteriën. De belangrijkste omgevingsbacteriën die uierontsteking veroorzaken zijn E. coli, klebsiella en Streptococcus uberis. Met een goede weerstand, hygiëne en sealers zijn veel problemen te voorkomen.
Klebsiella en coli komen voor in de mest maar ook regelmatig in het zaagsel dat in de ligboxen wordt gestrooid. Bij een uitbraak van uierontsteking is het altijd raadzaam het opgeslagen zaagsel te laten onderzoeken. Ook wanneer het zaagsel vooraan in de box steeds naar achteren geharkt wordt, brengt dat risico’s met zich mee. Vooraan in de ligbox kunnen bacteriën zich explosief vermeerderen, waarna ze naar de uier geharkt worden.
Schone roosters en boxen en stevige mest (geen dunne mest) voorkomen dat mest met de spenen in contact komt. Ook een bacteriedodend middel voor in de ligboxen helpt om het kiemgetal te laten dalen. Mocht er toch een bacterie de speen binnendringen, dan kan een goede weerstand van de melkkoe de infectie beperken. Het tegengaan van een negatieve energiebalans, stress en een juiste mineralenvoorziening bevorderen de weerstand van de koe.
Vliegen op het slotgat van de speen zijn ook een belangrijke veroorzaker van uierinfecties. Vliegenbestrijding en dippen van de spenen voorkomen dat besmettingen via openstaande tepelkanalen naar binnenkomen. De huidige eerste keus droogzetters werken niet tegen coli en klebsiella. Het is dus belangrijk om te voorkomen dat deze bacteriën tijdens het droogzetten in de uier gebracht worden.
Teatsealers voorkomen dat bacteriën tijdens de droogstand de uier binnendringen. Uit onderzoek blijkt dat 60 procent van de uierontsteking gevallen die in de eerste maand van de lactatie optreden hun oorsprong vinden in de droogstand. Daarom is hygiëne rondom het droogzetten, maar ook in de boxen van de droge koeien belangrijk. Op probleembedrijven wil vaccineren van koeien helpen. Het vaccin voorkomt de infectie niet, maar het verloop van de infectie is vaak veel minder heftig.
Streptococcus uberis is ook een omgevingskiem. Deze bacterie wordt vooral gezien bij gebruik van stro in de boxen, maar ook deze kiem kan uit de mest van koeien komen. Voor deze bacterie gelden dezelfde preventieve maatregelen als voor coli en klebsiella, alleen werkt vaccinatie niet tegen deze kiem.
Voor alle drie de kiemen geldt dat een snelle behandeling zo kort mogelijk volgend op het ontstaan van de uier-infectie de grootste kans op herstel geeft. Het gelijktijdig gebruik van een pijnstiller bevordert het herstel. Overleg altijd met de dierenarts voor een juiste behandeling.