Op het moment dat Vion in 2010 startte met Good Farming Star was het bedrijf van Theo Vernooij één van de eerste deelnemers. “We zijn een vooruitstrevend bedrijf. Toen dit concept op de markt kwam was dit nieuw in de markt. Iets wat ons wel paste”, aldus Vernooij, die ervan overtuigd is dat je als producent moet proberen mee te bewegen met de veranderende vraag in de markt. Inmiddels kent het concept 185 deelnemers en is er zelfs een wachtlijst voor potentiële varkenshouders om voldoende balans in de keten te houden.
Vernooij is erg blij dat hij destijds de keuze gemaakt heeft om in het concept te stappen. Vernooij: “Door in het Good Farming Star Concept te zitten ben je iets minder afhankelijk van de wereldmarkt. Zeker in een tijd als deze, waarin de prijzen erg laag zijn.” Toch waren prijzen niet de reden voor Vernooij om in 2010 in het concept te stappen. Vernooij: “Voor een extra opbrengst hoefde je het destijds niet te doen. De prijzen waren echt niet beter. Dit veranderde pas toen in 2016 meerdere supermarkten zich bij het concept aansloten.”
Het Good Farming Starconcept werkt vraag- gestuurd. “Als er bijvoorbeeld rond kerst ineens meer varkens gevraagd worden moet je allemaal iets lichter gaan leveren. Simpelweg om voldoende vlees op de plank te krijgen. In het begin is dat niet altijd even gemakkelijk en erg dynamisch, maar daar leer je wel mee om gaan”, vertelt Vernooij enthousiast.
Het Good Farming Star concept biedt volgens Vernooij veel plussen, maar het vraagt ook extra werk. “Je moet als varkenshouder zorgen voor voldoende goed afleidingsmateriaal voor de dieren en extra aandacht schenken aan de bezettingsgraad.” Albert Heijn positioneert het varkensvlees van het Good Farming Star concept als ‘Beter voor Varken, Natuur en Boer’.
Dit vraagt een steeds hechtere samenwerking tussen varkenshouder en retailer, met Vion als belangrijke schakel ertussen. “Doordat de retailer zich direct verbindt met de varkenshouders die de varkens voor het concept leveren, ontstaat er een wederzijdse afhankelijkheid”, legt Vernooij uit. “De retailer kan haar klanten precies vertellen waar het varkensvlees vandaan komt. Dat is een belangrijke basis voor een sterke transparante, vraaggestuurde keten met onderscheidend vermogen. Hierbij vertaalt Albert Heijn de wensen van haar klanten via Vion door naar het ketenconcept. Gelukkig gebeurt dit steeds meer in goede harmonie met de gehele keten, dus ook de varkenshouders praten mee.”
Verdere verduurzaming en meer dierenwelzijn zijn volgens Vernooij belangrijke speerpunten voor het realiseren van onderscheidend vermogen. “En ja, dat kost geld. Maar zolang wij als varkenshouders deze meerkosten terug zien in de prijs en de retailer de consument weet te bewegen om voor een goed Nederlands product te kiezen en daar wat extra voor te betalen gaan we allemaal vooruit.” Op deze manier bieden vraaggestuurde ketens met onderscheidend vermogen kansen voor varkenshouders. Daar is Vernooij van overtuigd.
‘Bij deelname aan het Good Farming Star concept ben je minder afhankelijk van de wereldmarkt.’
Albert Heijn stimuleert varkenshouders ook een stap vooruit te zetten in dierenwelzijn, CO2- uitstoot, circulariteit en biodiversiteit. Zo streeft Albert Heijn ernaar dat boeren zoveel mogelijk groene energie, circulaire grondstoffen en reststromen gebruiken. Om de biodiversiteit op en rond het boerenerf te verbeteren wordt er gewerkt met insectenhotels en vogelnestkastjes. Daarnaast wordt het stalklimaat doorlopend gemeten. Steeds meer data uit de keten wordt via blockchain vastgelegd en er is een gedegen borging via DNA-tracering. De samenwerking is opgezet vanuit een kostprijs plus programma. Dit zorgt ervoor dat varkenshouders ook in een slechte markt nog redelijke prijzen ontvangen. Ook worden extra kosten voor verduurzamen vergoed. “Op deze manier kunnen we samen verantwoord blijven verduurzamen”, aldus Vernooij, die blij is dat hij in de huidige tijd waarin de prijzen slecht zijn nog een redelijke prijs voor zijn varkens ontvangt.
Om verder te verduurzamen produceert Vernooij zo veel mogelijk groene stroom met zonnepanelen, voert hij bijproducten en verbouwt hij tarwe en CCM. Daarnaast zijn er op het bedrijf een insecten-hotel en diverse vogelhuisjes geplaatst. Ook doet hij mee aan DNA-sampling om de traceerbaarheid van het vlees te borgen. “Dat laatste is heel belangrijk. Een consument moet er voor de volle 100 procent op kunnen vertrouwen dat hij daad-werkelijk krijgt wat ik met passie heb gemaakt.” In een snel veranderende markt is het volgens Vernooij belangrijk dat varkenshouders meedenken in vernieuwing. “We moeten toch aan de wensen van de consument voldoen. Als zij ons vlees niet meer eten zijn we klaar. Maar het is wel van belang dat we als varkenshouders zelf mee aan het stuur blijven zitten. Ketenconcepten hebben pas echt kansen als de belangen van alle schakels gezamenlijk goed worden afgewogen en iedereen hierin mee kan praten. Zit je zelf niet aan tafel, dan wordt er over jou gepraat.”
Voor collega varkenshouders die nadenken over instappen in ketenconcepten heeft hij een duide-lijke boodschap. “In ketenconcepten zit toekomst. Natuurlijk lever je een stuk vrijheid in, maar je krijgt er ook heel veel positieve dingen voor terug. Bovendien geeft het een ander risicoprofiel aan je bedrijf. Denk daar ook eens over na.”
Binnen de ketensamenwerking en ook bij consumenten is er volgens Vernooij best veel respect voor boeren. “Daar moeten we slim op inspelen. Dat begint bij het herstellen van de verbinding tussen het stuk vlees in de supermarkt en de Nederlandse varkenshouder waar het vandaan komt. Dat mag geen anoniem stukje vlees meer zijn. Laat zien dat het in Nederland veilig, duurzaam en met respect voor het varken geproduceerd is. Op die manier neem je de consument mee in waar het vlees vandaan komt. Doe je dat niet, dan moet je ook niet verbaasd zijn dat ze er niet een paar centen extra voor willen betalen.” Onlangs trok Vernooij samen met andere varkenshouders het land in om middels ‘The Pig Story’ het ware verhaal van de varkenshouderij aan burgers te vertellen.
“Het is belangrijk om te laten zien wat we doen. Het gros van de mensen reageert daar heel positief op. Hierin moeten we als sector veel beter samenwerken. Het is goed dat ook steeds meer voerfirma’s, slachterijen en andere toeleve-ranciers hierin hun verantwoordelijkheid nemen.”
Dat Voergroep Zuid vooruit denkt door op al haar bulkbonnen voor varkenshouders de duurzaamheidskenmerken (CO2 footprint, % circulaire grondstoffen en % Europese grond-stoffen) te vermelden vindt Theo belangrijk. “Als varkenshouder ben je in de basis toch druk bezig met het verzorgen van je dieren. Het is dus positief dat Voergroep Zuid hierin voorop loopt.”
Vernooij is zelf al weer volop bezig met de volgende stappen van zijn bedrijf. Zo bouwde hij afgelopen jaar een nieuwe stal met vrijloopkraamhokken. Dit is nog geen vereiste vanuit het concept, maar Theo verwacht dat het die kant uit gaat. Door hier nu al in te investeren loopt hij dus ook het risico dat zijn systeem in de toekomst niet aan de gestelde eisen voldoet. “Dat is het risico van een ondernemer. Ik kijk daar misschien wat anders tegen aan. Door voorop te lopen gaan er nieuwe deuren voor je open en kun je zelf de toekomst mee maken. Daar krijg ik juist energie van!”
Locaties | Nijkerk en Beusichem |
Bedrijfsgrootte | 1.250 zeugen en 7.000 vleesvarkens |
Personeel | 4 medewerkers |
Genetica | Eigen aanfok x Deense Duroc |
Groei | 900 gram per dag |
EW | Voederconversie: 2,55 |
Uitval | 1,5% |
Het bedrijf van Theo en Sharona Vernooij werd opgericht in 1980. In dat jaar startten Jan en Anny Vernooij, de ouders van Theo, een vleesvarkensbedrijf in het Gelderse Beusichem. Theo studeerde aan de CAH in Dronten, waarna hij aan de slag ging als voervoorlichter. En in 2008 stapte hij in het bedrijf, dat destijds 2000 vleesvarkens huisvestte.
In 2010 zette de vooruitstrevende familie de volgende stap. Nadat Vion startte met het Good Farming Star concept behoorden zij tot de eerste deelnemers. In 2016 ontwikkelde het bedrijf zich verder met de aankoop van de locatie in Nijkerk. Deze werd in 2021 verder uitgebreid. In totaal huisvest het bedrijf van familie Vernooij 1.250 zeugen in Nijkerk en 7.000 vleesvarkens volgens één ster Beter Leven in Beusichem.