Ruim 15 jaar zet Nevedi zich in tegen wereldwijde ontbossing en het verlies van kwetsbare ecosystemen. Samen met overheid en ngo’s zoals het WNF. In Nederland gebruiken alle diervoederbedrijven bij elkaar circa 1,8 miljoen ton soja. Iets meer dan een half procent van alle soja die wereldwijd wordt geproduceerd. Die soja is bovendien een stuk duurzamer dan de soja die in veel andere landen wordt gebruikt. Alle soja die in Nederland voor diervoeders wordt gebruikt, is gecertificeerd en voldoet aan strenge duurzaamheidscriteria. Daarmee lopen we in Nederland voorop ten opzichte van de rest van de wereld.
Nevedi heeft aan de basis gestaan van de ontwikkeling van internationaal erkende certificeringssystemen, waaronder de Round Table on Responsible Soy (RTRS) en de EU Soy Sourcing Guidelines. Als certificeringscriteria zijn zaken als landrechten, arbeidsomstandigheden en goede landbouwpraktijken inbegrepen. Dit doen we omdat we het belangrijk vinden dat ontbossing wereldwijd zover mogelijk wordt teruggedrongen en waardevolle natuur ook in landen als Brazilië en Argentinië behouden blijft.
Volume verhogen
Wereldwijd werd er in 2019 meer dan 336 miljoen ton soja verbouwd. Daarvan gaat circa 35 miljoen ton naar Europa. Het Nederlandse duurzame gebruik van krap 2 miljoen ton is daarmee beperkt. Via de Europese diervoederorganisatie FEFAC probeert Nevedi het volume gecertificeerde soja in Europa te verhogen. Hoe meer volume, hoe meer invloed, hoe meer duurzame teelt in Brazilië en Argentinië.
Juist investeren in relatie met Zuid-Amerika
Volgens sommigen gaat certificering niet snel genoeg en wordt geopperd om import van soja- of palmproducten te beëindigen. Volgens Nevedi krijgen ontbossingspraktijken dan juist vrij spel. Als we in Nederland of andere West-Europese landen stoppen met het gebruik van soja, valt de wereldwijde vraag naar duurzame soja bijna in zijn geheel weg. Boeren die nu in Zuid-Amerika duurzamer produceren zullen stoppen, omdat andere landen in de wereld niet willen betalen voor de duurzamere productie. De kans is groot dat er dan juist meer ontbost wordt en niet minder.
Alternatieve eiwitten
Naast het bevorderen van de duurzame teelt in Zuid-Amerika, zetten de leden van Nevedi zich in voor het ontwikkelen van alternatieve eiwitbronnen in Europa zelf. Dit laatste omdat de wereldvraag naar eiwitgrondstoffen komende decennia gaat toenemen en Europa vanuit voedselzekerheid moet voorkomen dat we nóg afhankelijker worden van importen uit derde landen. Vooralsnog is de import van gecertificeerde soja en palmolie het meest duurzaam voor de productie van diervoeder. Dit komt omdat de opbrengst per hectare bij soja afkomstig uit Zuid-Amerika veel hoger is dan bij soja die in Europa wordt geproduceerd. Een lagere opbrengst per hectare kan ervoor zorgen dat er nog meer land wordt gebruikt en de carbon footprint verslechtert.
Ook circulair vooruitstrevend
In Nederland maken we zoveel mogelijk gebruik van co-producten uit de levensmiddelenindustrie. Denk bijvoorbeeld aan bierbostel, bietenpulp, citruspulp en patatresten. Als gras en ruwvoer van de boerenbedrijven meegeteld worden, dan eten Nederlandse dieren minstens 75% van Europese bodem.
Naast het gebruik van duurzame soja is Nederland dus koploper in het circulair gebruiken van grondstoffen. Ook staat Nederland met haar innovaties aan de basis van nieuwe eiwitteelten en grondstoffen die de import van duurzaam gecertificeerde gewassen geleidelijk aan zullen vervangen.
De beschikbaarheid van regionale en lokale grondstoffen is momenteel nog onvoldoende om de import van soja en palmolie in zijn geheel te vervangen. De regionale markt voor alternatieve eiwitten ontwikkelen en gelijktijdig inzetten op het gebruik van duurzame soja, ook in andere Europese landen, levert voor nu de meeste verduurzaming op.
Bron: Nevedi