Om vitale biggen te spenen is een goede melkgift cruciaal, maar hoe zorg je dat een zeug goed op de melk komt en blijft? Een goed ritme voor rust aan de uier, voldoende beschikbare, goed verteerbare nutriënten en goede bigkwaliteit doen wonderen. Zeugen-biggenspecialist Frank van de Pas: “Als de big goed is, komt de melk wel.”
Dat een goed zeugenritme de basis is weten we, maar hoe zorg je hier nu voor? Zeugen-biggenspecialist René Lemmens: “Het klinkt logisch, maar hanteer altijd vaste voertijden. Zo laat je de zeug, bij voorkeur, drie keer per dag in de benen komen en raakt de zeug gewend aan dit ritme. Voor een zeug komt dit vrij nauwkeurig. In een goed ritme start de zeug met eten, gaat ze rustig liggen en hierna laat ze de biggen drinken. Dit ritme nemen de biggen over, wat zorgt voor rust aan de uier en daardoor zwaardere en uniformere tomen bij spenen.”
Zodra het ritme op orde is en er rust in het kraamhok is, is het mogelijk om harder te voeren, maar houd een goede balans. Te hard voeren kan namelijk zorgen voor een pijnlijke uier, zodra de biggen gaan zoeken naar de melk. René: “Binnen onze MamaVit®-aanpak hebben we veel aandacht voor deze balans. Zo zijn onze voeders ingericht met smakelijke en goed verteerbare grondstoffen om de melkgift aan te jagen, maar tegelijkertijd niet de uier op slot te voeren. Daarnaast voeren we naar de behoefte van de specifieke genetica. Zo zijn de randvoorwaarden voor succes aanwezig, maar alles begint bij een goede observatie van de uier.”
Hier start ook voor zeugen-biggenspecialist Frank van de Pas het monitoren van de melkgift: “Aan de hand van het Transitiekompas observeren we de uier. Zodra deze op orde is kijken we of de melkgift voldoende is. Hiervoor kijken we vooral naar de biggen. Zijn dit sterke biggen en hoe is de bigontwikkeling na drie tot vier dagen? Dit is een goede graadmeter, aangezien de zeug dan overgaat van hormonale melkgift, naar de voergestuurde melkgift. Als we te maken hebben met te weinig bigontwikkeling, dan is er waarschijnlijk iets mis met de opstart van de melkgift. Dit kan meerdere oorzaken hebben, bijvoorbeeld een te lage voer- en wateropname. Dit gaan we analyseren volgens onze 5-eren aanpak. Vervolgens geven we de boer een praktisch advies wat hij kan realiseren en uiteindelijk gaan we de ontwikkeling samen evalueren!”
Zoals uitgelegd is een goede biestvoorziening zeer belangrijk. René: “Biggen die geen of te weinig biest gehad hebben, redden het simpelweg niet. Het toepassen van goede split-suckling zorgt voor een goede biestverdeling en rust aan de uier en dus rust in de toom. Zo houden we ook het ritme van de zeug vast!”
“Zo win je met split-suckling veel in bigvitaliteit en zorg je voor uniforme tomen. Ook wanneer je de eerste vijf biggen niet hebt aangestreept kun je split-suckling toepassen. Zorg in dat geval dat je de grootste of volste biggen als eerste apart legt”, aldus Lemmens. Wil je voor jouw bedrijf een op maat gemaakt overlegbeleid? Dan komen onze specialisten graag langs!